Oranje Loper: jongens van de straat
Jongens van de straat
Samen zijn ze goed voor 81 jaar werkervaring. En nog steeds gaan stratenmakers (en broers) Marco en Jan Nibbering iedere dag met plezier naar het werk. “Het is leuk om de stad steeds een beetje mooier te maken”, zegt Jan. “En je bent lekker buiten”, voegt Marco toe.
“Wacht even”, zegt Marco, “Ik zet even mijn elektrisch shoveltje aan de kant.” Behendig manoeuvreert hij de machine zo, dat niemand er last van heeft. Samen met broer Jan en een klein, vast team werkt hij nu zo’n 1,5 jaar bij project Oranje Loper. En dan vooral ter hoogte van het kruispunt Marnixstraat/Rozengracht. “Dit kruispunt was wel aan een opknapbeurt toe. Onder andere het nieuwe straatwerk zorgt voor meer overzicht en veiligheid. En er is nu meer ruimte voor voetgangers.” Veel straatwerk is al klaar. Jan wijst naar de nieuwe, brede stoep voor Brandweerkazerne Hendrik. “Mooi toch?!”
Strak stoepje
Puzzelen
“Straten ziet er voor de buitenwereld misschien simpel uit, maar dat is het niet”, vervolgt Jan. “Eigenlijk ben je voortdurend aan het puzzelen. Het is belangrijk dat je de stenen met aandacht legt, anders kom je niet uit en kun je weer opnieuw beginnen.” Zo moet iedere rij steeds uit hetzelfde aantal straatstenen bestaan. “Als je zoals ik al 43 jaar stenen legt, dat doe je dat op gevoel. Collega’s die minder lang werken moeten daar veel scherper op zijn.” Hetzelfde geldt voor de belijning van de stoepen. “Kijk hoe strak die stenen erin zitten. Ook dat is het resultaat van jarenlange ervaring. En door de stenen netjes te leggen, zorg je voor overzicht.”
Paplepel
Waar Jan de stenen legt, zit Marco vooral op de shovel en vult hij de voorraad stenen de hele dag aan. “Zo kan het team lekker doorwerken.” Overigens is Marco - net als broer Jan - wel als stratenlegger begonnen op z’n 16de. “Onze opa en vader werkten ook al als stratenmakers. Het werd er met de paplepel ingegoten. Ik heb nog even gemetseld, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan.” Door de jaren heen is er gelukkig wel het één en ander veranderd. “Vroeger sjouwden we al die stenen zelf, nu mag dat niet meer. Zo is de shovel steeds belangrijker geworden als hulpmiddel. En omdat ik het heel leuk vind om zo’n machine te besturen, is dat mijn specialiteit geworden.” Marco lacht: “En je zit lekker droog.” Beide broers hebben ook nooit de ambitie gehad om iets anders te doen. “Waarom zouden we?” zegt Jan. “Dit is wat we doen en wie we zijn.”
Jan en Marco
Onze opa en vader werkten ook al als stratenmakers. Het werd er met de paplepel ingegoten. Ik heb nog even gemetseld, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan.
Marco Nibbering
Minder enthousiast
Dat de jeugd van tegenwoordig minder enthousiast is over hun vak, zien ze wel. Jan: “Tegenwoordig studeren heel veel mensen en die willen dan bijvoorbeeld meteen projectleider of hoofduitvoerder worden. Dat is begrijpelijk, maar je hebt natuurlijk ook gewoon de mensen nodig die het werk op straat uitvoeren.” Marco: “Ik zie het aan ons team, dat zijn toch veel 50-plussers. Natuurlijk zijn er nog wel wat jongeren die straten, maar die blijven dat meestal niet zolang doen als wij. En daardoor gaat er weer veel ervaring verloren, want een stratenmaker word je in de praktijk en niet op school. Hoe zich dat verder ontwikkelt? Ik heb geen idee...”
Jan en Marco met hun team
Ook thuis
Het werk roept, er moet een deadline gehaald worden. Terwijl we naar de Marnixstraat lopen, hebben Marco en Jan het over hun weekendplannen. Marco: “Eigenlijk zien we elkaar altijd. Hier, maar dus ook thuis in Graft-De Rijp. Dat vinden we gezellig. Soms hebben we ook wel eens woorden hoor, maar dat is met een paar minuten weer over.” Jan: “En we zijn niet de enigen die in Graft wonen. Dus ook die andere mannen uit ons team zien we regelmatig privé. Eigenlijk ben ik dus iedere dag met mijn vrienden en broer op stap in Amsterdam en ik word er nog voor betaald ook!”
Ontdek meer over het project Oranje Loper