Nul hinder bij bouw fly-overs Ring Antwerpen: ‘We meten alles’
Ontwar de spaghettiknoop bij Ring Antwerpen. De opdracht van de Vlaamse overheid aan de combinatie Rinkoniên is helder: Maak de E17 breder en alle verkeersknooppunten compacter, maar zorg dat niemand daar last van heeft. En dat lukt: ‘We meten alles: verkeersstromen, trillingen, geluid en stof. En dan meteen acteren als iets afwijkt.’
Project Oosterweel betekent minimale overlast voor het verkeer, maar ook voor de omgeving met woningen, scholen, reizigers en treinen. ‘Alles moet gewoon door kunnen. Soms tijdelijk anders, maar wel door.’ Projectmanager Jaap Geuze van Mobilis staat aan het roer bij de combinatie Rinkoniên (Artes Group, CIT Blaton, Stadsbader en Mobilis TBI) heeft zijn hart verpand aan dit soort projecten. Alle ballen tegelijk in de lucht houden. Dagelijks heeft hij zijn handen meer dan vol aan planningen, overleg, risico’s en veiligheid. Oh ja, en dat in combinatie met de bouw van een fly-over in drie lagen, zes fietsbruggen en ook nog een paar tunnels, een ecoduct en een transferium. Allemaal met minimale overlast. Dat lukt, door goed na te denken over het ontwerp, faseringen, buitendienststellingen en steeds af te stemmen met de omgeving en belanghebbenden, ‘de zogenoemde stakeholders’.
‘We zorgen steeds dat er corridors worden vrijgespeeld waar we veilig kunnen werken. Het verkeer rijdt er dan op tijdelijke wegen omheen. We maken die corridors bewust vrij groot en langgerekt, zodat het aantal faseringen beperkt blijft en het wegverkeer niet steeds hoeft te wennen aan een nieuwe tijdelijke verkeerssituatie. Regelmatig staan er files, maar die zijn niet toegenomen door de werkzaamheden.’ Nauwelijks een meter verder begint de bouwplaats met de fascinerende wereld van beton, staal, grond, grind en asfalt. Stukje bij beetje transformeert zo’n kale vlakte naar een stukje Rondweg.
Het geheim van nul hinderbeleving bij project Oosterweel is communicatie, overleg en nog meer communicatie. Overleg met de gemeente Antwerpen, Zwijndrecht, Infrabel l – voor het spoor -, AWV – de Vlaamse Rijkswaterstaat -, het havenbedrijf en nog zo’n dertig partijen. Voorspelbaarheid en alle partijen goed op de hoogte houden over wat ze kunnen verwachten. ‘Dat klinkt simpel, maar in de praktijk is daar een groot team van communicatie mensen en omgevingsmanagers mee bezig. Ook zij moeten altijd over de meest actuele informatie beschikken.’
In augustus 2020 is de sloop van de oude fly-overs begonnen, weet Geuze zich nog goed te herinneren. Toen werd het verkeer al omgeleid via hulpbruggen en tijdelijke wegen. Het is constant laveren met de ruimte tussen Antwerpen-West en knooppunt Sint Anna. Faseringen lopen door elkaar en naast elkaar. Regelmatig wordt op zes plekken tegelijk gebouwd met minimaal 300 mensen ‘buiten’ op de werven en nog eens 100 mensen ‘binnen’ in de bouwketen. Overzicht houden lukt alleen door het mega-project in logische deelprojecten op te knippen.
Corona en PFAS waren twee onverwachte stoorzenders met gevolgen voor de planningen en faseringen. De gevolgen van de pandemie bleven gelukkig beperkt en meestal kon het werk buiten gewoon doorgaan. Door het thuiswerken stonden er minder files en dat was vooral een voordeel. Het aantreffen van PFAS had meer impact, maar ook daarvoor is een oplossing gevonden. Inmiddels is besloten om de meest vervuilde grond af te voeren naar een Tijdelijke Opslag Plaats (TOP) en daar te reinigen.
Schrijver Ingrid Koenen
Bouw het ontbrekende deel van de Ring rond Antwerpen: Het is een enorme klus, een uitdagende klus, maar wel een waar Geuze energie van krijgt. Met recht is hij ‘fier’ op ‘zijn’ mensen. Want na drie jaar zijn de eerste tastbare resultaten zichtbaar: het transferium voor 1500 voertuigen is klaar, de eerste fietstunnel ook en komend voorjaar kunnen auto’s rijden over de drie gloednieuwe fly-overs die Antwerpen-West verbinden met de Kennedytunnel en het havengebied. ‘In drie lagen boven elkaar. En we zijn begonnen met de bovenste, want dat gaf de minste overlast en risico op beschadiging.’
Regelmatig gaat hij in het weekend samen met zijn zoon foto’s maken om het resultaat in alle rust te bewonderen. ‘Dan zie je pas echt wat er gebeurt. Hoe snel het eigenlijk gaat. Dat zie je bijna niet als je elke dag op de bouwplaats loopt. Eigenlijk bouwplaatsen, want we werken nu op vier plekken tegelijk. Werven noemen we dat in België.’
Het verkeer maakt meer geluid dan de bouwactiviteiten, weet Geuze. ‘Het aantal decibellen wordt gemeten, net als andere bronnen van hinder zoals stof en trillingen.’ Niets voor niets wordt ook nog gewerkt aan kilometers geluidscherm in glas en hout om ook dat lawaai in te dammen. Tegelijk worden fundatiepalen geboord en verkeersstromen gescheiden. ‘Enige vorm van hinder is onvermijdelijk met zo’n klus, maar het gaat om de beleving. Het verkeer ervaart nauwelijks hinder met iets versmalde rijstroken. Het bouwverkeer rijdt over aparte bouwwegen en in de Schelde hebben we een tijdelijke aanmeerlocatie gemaakt zo dat we zand, grind en grond kunnen aan- en afvoeren’, somt Geuze op.
Dat niet alles volgens planning verloopt, is Geuze wel gewend. Je flexibel opstellen waar het kan, maar ook ‘stick to your plan’. Hij creëert zoveel mogelijk ‘rust en ruimte’, want de omgeving is al druk genoeg. Dwars door het tracé van ruim tien kilometer loopt ook nog het spoor van Antwerpen naar Gent. Tien keer konden de treinen niet vrij doorrijden. De buitendienststellingen variëren van 4 uur tot 8 dagen en zijn allemaal vlekkeloos verlopen. ‘Vanzelfsprekend werk je dan met tijdsbuffers om tegenvallers op te vangen.’
Geuze vertrouwt op zijn uitvoerders, voormannen en alle andere vakmensen die het project Oosterweel waarmaken. ‘De opdracht is hinderbeleving op nul, maar tegelijk lopen alle disciplines tegelijk door elkaar om het werk voor elkaar te krijgen. Met gevoel voor understatement: ‘Het verkeer moet door, maar de bouw moet ook op rolletjes lopen. En we hebben nog wel wat te doen.’